Advies m.b.t. de Verantwoordelijkheden voor- en vroegschoolse educatie (VvE.beleid)

Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk

Postbus 10101
5060 GA OISTERWJK
Oisterwijk, 24 augustus 2023

Betreft: Advies m.b.t. de Verantwoordelijkheden voor- en vroegschoolse educatie (VvE.beleid)

Geacht College,

Hierbij ontvangt u vanuit de Adviesraad Sociaal Domein het advies bij het WE-beleid.

Vooraf

Met instemming hebben we kennisgenomen van een voorgenomen WE-beleid. Het stimuleren
van de ontwikkeling van kinderen met achterstand tot de samenleving doet recht aan
deze kinderen.

ln een overleg met de betreffende ambtenaar hebben wij ook begrepen dat de procesgang van indicatie en toeleiding inmiddels goed is geregeld tussen de betrokken partijen (GGD,

Kinderopvang etc.). indicatie en toeleiding zijn meer geobjectiveerd.

Ook begrepen wij uit dit gesprek dat er een peutermonitor gebruikt gaat worden. Dit is belangrijk omdat hiermee ook de doelstellingen concreter gemaakt kunnen worden. Doelstellingen concreet en meetbaar maken is zeker noodzakelijk om de effecten van het beleid toetsbaar te maken.

Kader

ln paragraaf í wordt het kader beschreven waarbinnen het WE beleid vorm moet krijgen. Duidelijk beschreven verantwoordelijkheden en rolverdeling zijn belangrijk om gecoördineerd en procesmatig te werken. Dat is duidelijk en informatief.

Doorgaande lijn (2.í) en (4)

ln de visie op voorschoolse voorzieningen (2.1) is de ‘doorgaande lijn” een belangrijk uitgangspunt. Terecht! Dit uitgangspunt kan krachtiger in de praktijk gebracht worden door de genoemde schakelpunten procesmatig en dynamisch te benaderen. Wie, doet, wat, met welk resultaat? We begrepen dat daarmee een begin is gemaakt. Advíes voor- en vroegschoolse educatie (WE-beleid) 1

Maatschappelijk effect {2.2}

Een maatschappelijk effect van de voorschoolse voorzieningen met WE aanbod lljkt aannemelijk, maar is in het verleden vaak zeer beperkt en van korte duur gebleken. Taal is vaak ‘context-bound’ waardoor het geleerde niet beklijft. Het is strijdig met taalgedrag van de eigenomgeving. Kinderen kunnen met hun gedrag wel in de eigen sociale omgeving terecht en met moeite in een andere. Dat geldt overigens voor alle kinderen en voor alle sociale milieus.

Alleen hebben ‘hogere’ (SES-score) milieus hebben daar meestal minder last van. Maar als een academicus in de bouw gaat werken, leidt dat evenzeer tot misvattingen. Wij bevelen u aan om ouders (familie) zoveel mogelijk mee te nemen. Taal hoon bij actie en activiteiten. Kinderen en liever gezinnen iets laten doen waar taal bij hoort, is eerder effectief.

Gerichte samenwerking tussen gezinnen, buurtwerkers en scholen / kinderopvang kan resultaat in deze zin opleveren. Wij adviseren u dit als beleid op te nemen. Volgens Nye et al (2004) leiden vooral kwalitatief betere leraren tot betere schoolprestaties voor kinderen uit achterstandsmilieus. Ook Aaronson (2011), Chetty et al (2014), Hanushek QA14), Papay en Kraft (2015) {en nog meer) vinden dit. De 25% beste leerkrachten halen voor de kinderen significant betere resultaten dan de 25o/o minst goede leerkrachten.

Ervaring en affiniteit met de doelgroep leidt eveneens tot betere resultaten (Van de Boom et al2A1q. Coaching van docenten en betere leerling interactievaardigheden leiden ook tot betere prestaties (Papay, 2A16). Uit alle literatuur blijkt dat het niet gaat om woordjes of zinnetjes leren maar om kinderen en gezinnen te begeleiden in situaties waarin taal {andere taal, meer taal) functioneel is.

De gemeente ontvangt van het rijk middelen voor de uitvoering van onderwijskansen beleid waaronder voorschoolse educatie. Door die subsidieregeling concreet te evalueren kan wellicht ook het maatschappelijk effect zichtbaar worden gemaakt. Hoe gaat u de evaluatie vormgeven?

Doelstellingen (2.3)

De doelstellingen zijn benoemd in algemene termen. Om procesmatig, cyclisch te werken kunnen concreet gedefinieerde doelen behulpzaam zijn. WA adviseren u de doelen meetbaar te maken. zodat ze op termijn ook geëvalueerd en bijgesteld kunnen worden” Wij adviseren u primair doelen te formuleren die passen bij de milieus van deze doelgroep en niet ap de eerste plaats onderwijsdoelen!

Niet alle kinderen en milieus zijn immers vergelijkbaar. Nederlandse kinderen in achterstandssituaties, Noord-Afrikaanse of Oostblok-milieus zijn heel anders en binnen deze milieus zijn er ook weer verschillen. Activiteiten van gezinnen en basisvaardigheden zoals taal en rekenen horen bij elkaar. Losgekoppelde onderwijsdoelen bleken eerder slechts een korte-termijneffect te hebben. Met behulp van de eerdergenoemde ‘peuter monitor’ kan de uitvoering van het beleid geëvalueerd worden en een benadering worden aangepast. Een jaarlijkse evaluatie kan dan gebruikt worden als input voor realistische en concrete doelen. De ASD benadrukt het belang van een jaarlijks evaluatie op grand van concreet en realistisch geformuleerde doelen ” De monitor en de effectmeting hiermee kan ook gebruikt worden om de partijen (kinderopvang, onderwijs, bibliotheek en welzijn) te stimuleren.

Ouderbetrokkenheid (5)

Goed dat er geschoolde medewerkers (die ook op kwaliteit getoetst worden) ingezet gaan worden. Goede begeleiders met feeling voor deze groep en met kind-interactievaardigheden zijn van eminent belang. Betrek ouders/milieus zoveel mogelijk. Hierin schuilt het effect van de educatie Ook welzijnsorganisaties hebben dikwijls goed voeling met groepen in achterstandsituaties. Sluit zoveel mogelijk aan bij bestaande activiteiten met kinderen zoals kindervakantiewerk, sportclubs, jeugdbeweging et cetera. Daar waar kinderen actief zijn met andere kinderen en volwassenen liggen natuurlijke leerkansen.

Wij adviseren u in uw beleid de betrokkenheid van ouders en welzijnsorganisaties helder te benoemen en goed te borgen.

Monitoring en evaluatie (7)

Bij de uitvoering van het WE-beleid zijn verschillende instanties en hulpmiddelen betrokken. Om de samenwerking en de samenhang daartussen te versterken kan ook hier een procesmatige benadering behulpzaam zijn. De samenstelling en de opdracht (met de daar bijhorende bevoegdheden) van de werkgroep WE zijn nog niet bekend. Kan die werkgroep een overall regie voeren? Één startpunt is wellicht de evaluatie van de verlopen uitvoeringsagenda.

Tot slot

Tenslotte willen wij ernstig pleiten voor ambtelijke continuïteit. Dat de huidige interim-ambtenaar weer gaat vertrekken per september is nadelig voor de noodzakelijke kennis en voortgang in deze. De besparing op deze manier kan elders tot hoge kosten leiden. Wij zien uw reactie met belangstelling tegemoet.

Namens de Adviesraad Sociaal Domein Oisterwijk,

Jos de Kort, voozitter

Joost Wagenmakers, secretaris

Samenstellers:

Chris Vande Putte en Jo Caris