Normaliseren, een begrip dat om toelichting vraagt.

De ontwikkelingen in de zorg staan volop in de belangstelling, met name de problemen in de jeugdzorg trekken veel aandacht. In de discussies duikt regelmatig het begrip “normaliseren” op. Vaak is niet duidelijk wat hiermee wordt bedoeld. Normaliseren betekent in ieder geval: vermijden dat de hulpvraag onnodig geproblematiseerd wordt. Sommige problemen in de opvoeding van kinderen of in relaties tussen huisgenoten horen tot de “normale” problemen van het leven. Zulke problemen moeten we niet groter maken dan ze zijn. Dat wil niet
zeggen dat ieder gezin of ieder individu een dergelijk probleem op eigen kracht de baas kan worden. In het kader van normaliseren willen we wel vermijden, te denken in termen van oplossingen. Het gaat erom dat de betrokkenen een situatie bereiken waarin zij het probleem weer zelf kunnen hanteren. Zo’n situatie (een gezin heeft weliswaar een probleem, maar kan dat zelf hanteren) zouden wij “normaal” moeten vinden.

Een gezin of een individu kan ondersteuning nodig hebben om die nieuwe “normale” situatie te bereiken. Daartoe is het nodig dat er een volledige verkenning/onderzoek plaatsvindt van de hulpvraag of probleemsituatie met alle deelvragen of -problemen die daarbij aan de orde komen. Hierbij wordt nagegaan op welke manier de vragen/deelproblemen het meest effectief en efficiënt kunnen worden aangepakt zodat de hulpvrager weer zelfstandig de situatie aankan. Financiële problemen, huisvestingsproblemen en arbeidsvraagstukken kunnen vaak sneller aangepakt worden dan relatieproblemen. En het versterken van iemands kracht op langere termijn kan meer effect hebben en is duurzamer. Tevens is van belang dat een hulpverlener die de hele situatie overziet sturend is bij de tijdige inschakeling van specialistische hulp op deelproblemen. En zodra het deelprobleem weer hanteerbaar is, wordt de specialistische hulp weer afgeschakeld voor de hulpvrager en de hulpverlener.

Normaliseren moet een van de antwoorden gaan vormen voor een aantal specifieke probleemgebieden van het moment op het gebied van het Social
Domein die wij hier kort zullen aangeven:

  • De toegenomen specialisatie en complexiteit
    Door de toegenomen kennis en ervaring is het aantal specialismen in Nederland bijna niet meer te tellen en is er een enorme afstand en complexiteit ontstaan tussen behandelaars onderling en mensen met problemen. Hierdoor wordt het verbinden en algeheel benaderen van mensen steeds moeilijker.
  • De stapeling van deelproblemen
    De meeste mensen kunnen hun eigen problemen oplossen, het wordt echter lastig als er een stapeling van deelproblemen ontstaat, bijvoorbeeld bij financiën met huisvestingsproblemen of relatieproblemen en gezondheidsklachten en arbeid of sociale steun. Uit onderzoek is gebleken dat mensen dit niet meer zelf kunnen oplossen als er een stapeling is van meer dan 3 deelproblemen.
  • Generalisten versus specialisten
    Wanneer er sprake is van een stapeling van deelproblemen zal een huisarts bij het stellen van een diagnose veelal verwijzen naar (para-)medische specialisten. Terwijl een echte generalist, de maatschappelijk werkster, zal kijken naar welk probleem het eerste succesvol opgelost kan worden. We zien dus vaak dat mensen voor meer deelgebieden bij meerdere experts lopen die weinig of niets van elkaars werkgebieden weten en er een opeenhoping van zorgverlening ontstaat.
  • Andere mechanismen
    De toename van kwaliteitseisen in wet- en regelgeving, maar ook in de beroepsgroep en zelfs bij de hulpvragers zorgt voor een toename in de hulpverlening . Daarnaast zorgt de privacywetgeving voor de nodige problemen en administratieve belasting. Ook de toegenomen aandacht voor aandoeningen en mogelijke ziekten heeft gezorgd voor een stijging in zorgvragen.

Dit alles heeft ertoe geleid dat in de afgelopen jaren een minder efficiënte en effectieve gespecialiseerde hulpverlening is ontstaan. Normaliseren zal een bijdrage moeten leveren aan verbeteringen en er mede voor moeten zorgen dat er niet te snel een keuze gemaakt wordt voor één of twee probleemgebieden en doorverwezen wordt naar specialisten. Van groot belang hierbij wordt kwalitatief hoogwaardige onderzoek en is hoogwaardige expertise bij de voordeur (de loketfunctie) een eerste vereiste.

De ASD zal de komende periode in deze rubriek met enige regelmaat stilstaan bij de ontwikkelingen rond de inkoopstrategie sociaal domein en normaliseren en zal daarover berichten in De Nieuwsklok.

Klik hier voor het complete advies.

Inkoopstrategie sociaal domein in hoofdlijnen

Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de Jeugdwet en sinds 2007 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Voor de financiering en de organisatie van de jeugdzorg en van een gedeelte van de maatschappelijke ondersteuning werken gemeenten in regionaal verband samen. Voor de jeugdzorg en voor de maatschappelijke ondersteuning gebeurt dat op vrijwillige basis. Binnen de regio Hart van Brabant (HvB) werkt Oisterwijk samen met acht andere gemeenten.
Een belangrijk deel van de organisatie van de jeugdzorg (en van de maatschappelijke ondersteuning) bestaat uit de selectie en het contracteren van zorg- en hulpverlenende instanties. In deze contracten staat, naast afspraken over vergoedingen, de aard en de omvang van de te leveren zorg omschreven. Al die contracten samen moeten het mogelijk maken de benodigde zorg en hulp te leveren.
De zogeheten ‘toegang tot de zorg’, voor inwoners, is een verantwoordelijkheid van de gemeente. In Oisterwijk wordt die toegang geregeld via het Loket Wegwijs.
In 2022 lopen de huidige contracten af. Daarom wordt nu nagedacht over de nieuwe contracten met de zorgaanbieders. Dit heet “Inkoopstrategie sociaal domein”.
Het gaat hierbij om vragen als:

  • Hoeveel zorgaanbieders zijn per zorgcategorie nodig?
  • Krijgt iedere zorgaanbieder die zich meldt een contract of wordt er geselecteerd op aanbieders?
  • Welke kwaliteiten willen we en wat mag dat kosten?
  • Welke afspraken maken we over de duur van een zorgverleningstraject?

Dit is een lastig traject, niet alleen inhoudelijk, maar ook omdat het gaat om een gezamenlijke, regionale besluitvorming die over allerlei schijven loopt. De lokale sociale adviesraden in Hart van Brabant spelen hierbij een rol. Onze Adviesraad heeft op regionaal en gemeentelijk niveau geadviseerd. U hebt de afgelopen tijd veel publicaties kunnen lezen over de problemen en de knelpunten in de zorg. Vooral problemen in de jeugdzorg kwamen vaak in het nieuws. In onze regio is dat niet anders: te lange wachtlijsten voor de complexe zorg; forse kostenoverschrijdingen. Er gaat in verhouding veel geld gaat naar laag-complexe hulpverlening. We mogen ons dan ook de vraag stellen: Voor welke hulp is de overheid aan zet en voor welke problemen mogen we verwachten dat de inwoners die zelf, binnen en met hulp van hun eigen sociale omgeving oplossen.
De komende maanden moet duidelijk worden hoe de instellingen en organisaties zich kunnen inschrijven als aanbieder van zorg en hulp in Jeugdzorg en WMO. Vervolgens worden de aanbieders geselecteerd. Wij verwachten dat april/mei 2022duidelijk is wie in het Hart van Brabant in het komende jaren als aanbieder beschikbaar zullen zijn en of dit (kosten)efficiënt en met minder bureaucratie zal worden uitgevoerd.
De Adviesraad heeft het College geadviseerd:

  • Stop met “Open House Contracting”, “elke aanbieder kan meedoen”. Dit leidt tot verspilling, slechte uitvoering en veel administratie.
  • Ga contracten aan met voldoende aanbieders, passend bij de vraag en de inhoud. Hierdoor wordt de uitvoering overzichtelijk en (kosten-) efficiënt.
  • Selecteer aanbieders zonder winstoogmerk (stichtingen) die hun winst besteden aan zorg en innovatie en laat “overwinst” terugstorten.
  • Ga langdurige relaties aan met betrouwbare aanbieders en sluit wanpresteerders of zakkenvullers uit.
  • Houd ruimte over voor nieuwe ontwikkelingen aan nieuwe aanbieders die vernieuwing in de zorg kunnen bieden.
  • Betaal fatsoenlijke tarieven en kijk niet alleen naar de laagste kosten, zorg voor aanbieders met gekwalificeerd personeel zodat optimale zorg wordt verleend.
  • Instellingen moeten voldoen aan alle gestelde richtlijnen met o.a. ondernemingsraad, cliëntenraad, privacyreglement, klachtenprocedure, kwaliteitszorg en CAO.
  • Laat instellingen cliënten bij eventuele misplaatsingen, doorverwijzen naar de juiste instelling.
  • Zorg voor transparantie en periodieke verantwoording op het gebied van financiën, inhoud en voortgang van begeleiding en behandeling, klachtenregistratie.
  • Zorg voor resultaatgerichte aanpak en contracten met duidelijk geformuleerde eindresultaten in behandeling. Stop een behandeling als problemen dragelijk zijn en vermijd contracten op basis van aantal uren x tarief.

Om deze uitgangspunten te kunnen uitvoeren heeft de Adviesraad nog een aantal randvoorwaarden geformuleerd aan gemeente. Het is belangrijk dat de gemeente een goed inzicht heeft in de aard en het volume van de lokale zorgvraag. Ambtenaren die betrokken zijn bij de inkoop moeten kennis hebben van die markt en van de zorgaanbieders. Door regelmatig werkbezoeken af te leggen is kunnen bestuurders en politici hun betrokkenheid bij de uitvoering van de zorgverlening tonen; een inspectiesysteem op de zorg kan daarnaast een goede ondersteuning bieden. Door goed uit te leggen wat de zorg- en de hulpverlening kost, kan ook de ontvanger van zorg bewust gemaakt worden van welke zorg echt nodig is.
ASD-Oisterwijk levert een stevige bijdrage aan de discussies tussen raad en college met als doel een prima inkoopbeleid sociaal domein voor de komende jaren.

Klik hier voor het complete advies.

Herontwikkeling De Leye, ons advies.

De komende maand gaat de gemeenteraad zich opnieuw buigen over de herontwikkeling van De Leye. De nieuwe voorstellen zijn gemaakt na de discussie vorig jaar over het concept Beekdal Park, waarbij de raad het College vroeg meer scenario’s te schetsen. In aanloop naar de behandeling in de raad heeft het College de Adviesraad nu gevraagd bij die voorgestelde scenario’s te adviseren. De belangrijkste punten uit ons advies zijn:

  • We zijn enthousiast over de nieuwbouwmogelijkheden; dit is een unieke kans voor de komende 50 jaar om wonen en zorg te combineren en mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen
  • Neem in alle scenario’s facilitaire ruimten op, zoals ontmoetings- en activiteitenruimten
  • Geef meer duidelijkheid en een goede onderbouwing van de details in elk van de genoemde scenario’s
  • Zorg voor een groot aandeel van sociale huurwoningen in dit project; in Oisterwijk is hier namelijk grote behoefte aan
  • Geef duidelijke normen aan voor parkeren en bereikbaarheid in de groene omgeving van het project.

De ASD vindt dat de ingezette ontwikkelkoers, waarbij kwaliteit is gesteld boven een maximale bereikbare winst, moet worden vastgehouden. Ook zien we dat er een goede samenwerking is geweest tussen alle spelers in dit project en dat er een open samenspraak is geweest met omwonenden en geïnteresseerde Oisterwijkers. Dat is positief en goed voor draagvlak onder de Oisterwijkse bevolking. Wij hopen dat de gemeente bij de uitwerking van de
scenario’s van De Leye al rekening gaat houden met de woonzorgvisie die er binnenkort aankomt. Met name de behoefte aan persoonsgebonden plaatsen (=PG-plaatsen) verdient hier de nodige aandacht en wat er verder nog voor mogelijkheden gaan komen in het aanbod van zorgaanbieder Thebe. Ook hebben wij tijdens de huidige coronabeperkingen ervaren dat het erg belangrijk is dat er genoeg contacten en sociale samenhang is in de directe omgeving voor de bevolking van Oisterwijk. Daarom vindt de ASD dat er in alle scenario’s van dit project voldoende ontmoetingsruimten en activiteiten mogelijk moeten zijn. Maar ook dat er ruimten en faciliteiten zijn voor huisarts en fysiotherapie. Wat hierbij kan helpen is om bij het verder uitwerken van de details van de plannen de onduidelijkheden in de financiële opsommingen weg te nemen. Met name dit laatste punt kan voor onrust zorgen als op een later moment de kosten voor huurwoningen en koopwoningen gaan tegenvallen.

De ASD pleit voor een aanzienlijk aandeel sociale huurwoningen in dit project, waarbij de PG-plaatsen niet als sociale huur worden meegerekend. Deze zorgplaatsen worden toegewezen door het Zorgkantoor en zijn dus niet vrij toewijsbaar door een woningbouwvereniging. Uiteindelijk heeft de ASD als beste scenario gekozen voor 3A, dat we dan ook van harte aanbevelen. Dit scenario bestaat uit de nieuwbouw van 30 sociale huurappartementen in blok 1, 20 duurdere appartementen in blok 2, 15 duurdere appartementen in blok 3, 10 patiowoningen in blok 4, 32 PG-plaatsen in blok 5 en voldoende facilitaire ruimten. Het aandeel van sociale huurwoningen, exclusief de PGplaatsen komt in dit scenario op een keurige 40%.
Ten slotte willen wij nog opmerken dat het Beekdal Park in het verleden een overstroomgebied was van de Voorste Stroom en dat dit gevolgen kan hebben voor bebouwing en het ondergronds mogelijk maken van parkeerplaatsen. Wij hopen echter dat dit soort onaangename gevolgen tijdens de planning en uitvoering van de bouw worden opgelost en dat hierdoor het groene karakter van het gebied behouden kan blijven en daarmee een goede aanvulling zal zijn voor de leefbaarheid en het centrum van Oisterwijk.
De ASD gaat ervan uit dat met onze bijdrage en advies er een goede discussie tot stand komt en een wijs besluit kan worden genomen in de gesprekken tussen College en raad.

Klik hier voor het complete advies.