Oisterwijk heeft een nieuw jeugdhonk, we hebben er even op moeten wachten…

Op 19 september was het zover… In de Pannenschuur, aan de Lavendel nr. 7, werd officieel het nieuw jeugdhonk geopend met de festiviteiten die bij zo’n
gelegenheid horen. De buren waren uitgenodigd, de gemeentemedewerkers die dit allen mogelijk hadden gemaakt waren gekomen, R-Newt die het jeugdhonk gaat exploiteren waren er natuurlijk bij en de doelgroep, de jeugdigen waren massaal opgekomen. Kortom, het was een gezellige drukte van jewelste.
Hapjes en drankjes waren door de jeugd zelf aangedragen, er was een pannenkoekenbakker en er was muziek en een dansapparaat om de sfeer te verhogen.

Wethouder Dion Dankers keek terug in z’n openingswoordje naar een gesprek dat hij had met de jeugdorganisatie R-Newt zo’n 2 jaar geleden. R-Newt gaf toen aan dat ze een eigen honk voor de jeugd miste en of de wethouder dat even kon regelen. Er stond vast nog wel wat leeg in Oisterwijk dat ze hiervoor konden gebruiken…. Uit vele maatschappelijke hoeken kwam er bijval voor dit idee, waaronder ook uit de ASD-gelederen. Ook wij hadden al meerdere malen hiervoor gepleit, maar dit soort zaken zijn niet zo eenvoudig te regelen schijnbaar.
Toch lukte het deze keer na wat zoektochten langs verschillende locaties en kwam men uit op het pand aan de Lavendel, in het wijkcentrum de Pannenschuur. We spraken met Bas de Gruijter, teamleider van R-Newt Oisterwijk, die vertelde over de gesprekken met de omgeving om de neuzen dezelfde richting uit te krijgen en begrip voor de behoeftes van de jeugd te kweken. Jongeren moeten het uiteindelijk zelf doen, ze organiseren nu zelf de activiteiten zoals een meidengroep, een debatclub en een sportplek. En dat geeft een binding met elkaar en de buurt. De jongerenwerkers die in groot Oisterwijk actief zijn hebben nu ook een vaste plek om aanwezig te zijn en de jeugden een luisterend oor en aandacht te
geven. De drempel is veel lager dan in Tiliander, waar men eerst zat. En men kan individueel met de jeugdigen aan de slag.

Ook richt R-Newt zich op de straatjongeren en houdt men nauw contact met de scholen om de actuele thema’s die daar op dat moment spelen te kunnen tackelen. Denk hierbij aan vapen en snus gebruik. Doordat er allerlei smaakstoffen in zijn verwerkt denken de jongeren daar heel gemakkelijk over en staan ze niet stil bij de schadelijkheid. En ook is de stap naar
roken hierdoor snel gezet.
Door met ze in gesprek te gaan over dit soort zaken willen de jeugdwerkers ze een ander uitgangspunt laten zien en door naast ze te staan kunnen we dit ook met ze bespreken.
Een van de opgaven die men aan de jongeren had gegeven was het bedenken van een naam voor het nieuwe jeugdhonk en tijdens de opening werd deze onthuld. De bedenker Ramiro mocht het naambord onthullen en hij kreeg hiervoor veel waardering. Een van de zaken die veel aandacht zullen vragen is de toenemende depressieve gevoelens van de jeugdigen die de
jongerenwerkers de laatste tijd bemerken. De hoge verwachtingen en de druk die er op jongeren is zijn belangrijke aspecten van deze tijd. In de nieuwe locatie, “the Source”, zal dit veel aandacht gaan krijgen. Met programma’s zoals R-Newt die heeft, zoals bijvoorbeeld Join Us, hoopt men de eenzaamheid en depressieve gevoelen van de jeugdigen te kunnen tegengaan. En daarmee de zelfredzaamheid en mentale gezondheid te verbeteren. Ook kunnen ze aansluiten bij de andere activiteiten in het jeugdhonk.

De onderlinge vertrouwensband tussen jongeren en jeugdwerkers is belangrijk. Hierdoor zijn gesprekken mogelijk. Bij de gemeente wordt er goed geluisterd naar de jongerenwerkers en is er een goede samenwerking. Wel hoopt de wethouder dat de jongeren er een groot succes van maken en sprak hij de jongeren daar op aan tijdens zijn opening. “Want er is heel veel energie in gestoken en heel veel mensen hebben eraan meegewerkt. Zorg dat je het niet voor ze verpest”.
Bij de ASD hebben wij er alle vertrouwen in en gaan we ervan uit dat dit jeugdhonk “the Source” een groot succes zal worden. In ieder geval is de start ervan hoop gevend.

Advies m.b.t. de Verantwoordelijkheden voor- en vroegschoolse educatie (VvE.beleid)

Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk

Postbus 10101
5060 GA OISTERWJK
Oisterwijk, 24 augustus 2023

Betreft: Advies m.b.t. de Verantwoordelijkheden voor- en vroegschoolse educatie (VvE.beleid)

Geacht College,

Hierbij ontvangt u vanuit de Adviesraad Sociaal Domein het advies bij het WE-beleid.

Vooraf

Met instemming hebben we kennisgenomen van een voorgenomen WE-beleid. Het stimuleren
van de ontwikkeling van kinderen met achterstand tot de samenleving doet recht aan
deze kinderen.

ln een overleg met de betreffende ambtenaar hebben wij ook begrepen dat de procesgang van indicatie en toeleiding inmiddels goed is geregeld tussen de betrokken partijen (GGD,

Kinderopvang etc.). indicatie en toeleiding zijn meer geobjectiveerd.

Ook begrepen wij uit dit gesprek dat er een peutermonitor gebruikt gaat worden. Dit is belangrijk omdat hiermee ook de doelstellingen concreter gemaakt kunnen worden. Doelstellingen concreet en meetbaar maken is zeker noodzakelijk om de effecten van het beleid toetsbaar te maken.

Kader

ln paragraaf í wordt het kader beschreven waarbinnen het WE beleid vorm moet krijgen. Duidelijk beschreven verantwoordelijkheden en rolverdeling zijn belangrijk om gecoördineerd en procesmatig te werken. Dat is duidelijk en informatief.

Doorgaande lijn (2.í) en (4)

ln de visie op voorschoolse voorzieningen (2.1) is de ‘doorgaande lijn” een belangrijk uitgangspunt. Terecht! Dit uitgangspunt kan krachtiger in de praktijk gebracht worden door de genoemde schakelpunten procesmatig en dynamisch te benaderen. Wie, doet, wat, met welk resultaat? We begrepen dat daarmee een begin is gemaakt. Advíes voor- en vroegschoolse educatie (WE-beleid) 1

Maatschappelijk effect {2.2}

Een maatschappelijk effect van de voorschoolse voorzieningen met WE aanbod lljkt aannemelijk, maar is in het verleden vaak zeer beperkt en van korte duur gebleken. Taal is vaak ‘context-bound’ waardoor het geleerde niet beklijft. Het is strijdig met taalgedrag van de eigenomgeving. Kinderen kunnen met hun gedrag wel in de eigen sociale omgeving terecht en met moeite in een andere. Dat geldt overigens voor alle kinderen en voor alle sociale milieus.

Alleen hebben ‘hogere’ (SES-score) milieus hebben daar meestal minder last van. Maar als een academicus in de bouw gaat werken, leidt dat evenzeer tot misvattingen. Wij bevelen u aan om ouders (familie) zoveel mogelijk mee te nemen. Taal hoon bij actie en activiteiten. Kinderen en liever gezinnen iets laten doen waar taal bij hoort, is eerder effectief.

Gerichte samenwerking tussen gezinnen, buurtwerkers en scholen / kinderopvang kan resultaat in deze zin opleveren. Wij adviseren u dit als beleid op te nemen. Volgens Nye et al (2004) leiden vooral kwalitatief betere leraren tot betere schoolprestaties voor kinderen uit achterstandsmilieus. Ook Aaronson (2011), Chetty et al (2014), Hanushek QA14), Papay en Kraft (2015) {en nog meer) vinden dit. De 25% beste leerkrachten halen voor de kinderen significant betere resultaten dan de 25o/o minst goede leerkrachten.

Ervaring en affiniteit met de doelgroep leidt eveneens tot betere resultaten (Van de Boom et al2A1q. Coaching van docenten en betere leerling interactievaardigheden leiden ook tot betere prestaties (Papay, 2A16). Uit alle literatuur blijkt dat het niet gaat om woordjes of zinnetjes leren maar om kinderen en gezinnen te begeleiden in situaties waarin taal {andere taal, meer taal) functioneel is.

De gemeente ontvangt van het rijk middelen voor de uitvoering van onderwijskansen beleid waaronder voorschoolse educatie. Door die subsidieregeling concreet te evalueren kan wellicht ook het maatschappelijk effect zichtbaar worden gemaakt. Hoe gaat u de evaluatie vormgeven?

Doelstellingen (2.3)

De doelstellingen zijn benoemd in algemene termen. Om procesmatig, cyclisch te werken kunnen concreet gedefinieerde doelen behulpzaam zijn. WA adviseren u de doelen meetbaar te maken. zodat ze op termijn ook geëvalueerd en bijgesteld kunnen worden” Wij adviseren u primair doelen te formuleren die passen bij de milieus van deze doelgroep en niet ap de eerste plaats onderwijsdoelen!

Niet alle kinderen en milieus zijn immers vergelijkbaar. Nederlandse kinderen in achterstandssituaties, Noord-Afrikaanse of Oostblok-milieus zijn heel anders en binnen deze milieus zijn er ook weer verschillen. Activiteiten van gezinnen en basisvaardigheden zoals taal en rekenen horen bij elkaar. Losgekoppelde onderwijsdoelen bleken eerder slechts een korte-termijneffect te hebben. Met behulp van de eerdergenoemde ‘peuter monitor’ kan de uitvoering van het beleid geëvalueerd worden en een benadering worden aangepast. Een jaarlijkse evaluatie kan dan gebruikt worden als input voor realistische en concrete doelen. De ASD benadrukt het belang van een jaarlijks evaluatie op grand van concreet en realistisch geformuleerde doelen ” De monitor en de effectmeting hiermee kan ook gebruikt worden om de partijen (kinderopvang, onderwijs, bibliotheek en welzijn) te stimuleren.

Ouderbetrokkenheid (5)

Goed dat er geschoolde medewerkers (die ook op kwaliteit getoetst worden) ingezet gaan worden. Goede begeleiders met feeling voor deze groep en met kind-interactievaardigheden zijn van eminent belang. Betrek ouders/milieus zoveel mogelijk. Hierin schuilt het effect van de educatie Ook welzijnsorganisaties hebben dikwijls goed voeling met groepen in achterstandsituaties. Sluit zoveel mogelijk aan bij bestaande activiteiten met kinderen zoals kindervakantiewerk, sportclubs, jeugdbeweging et cetera. Daar waar kinderen actief zijn met andere kinderen en volwassenen liggen natuurlijke leerkansen.

Wij adviseren u in uw beleid de betrokkenheid van ouders en welzijnsorganisaties helder te benoemen en goed te borgen.

Monitoring en evaluatie (7)

Bij de uitvoering van het WE-beleid zijn verschillende instanties en hulpmiddelen betrokken. Om de samenwerking en de samenhang daartussen te versterken kan ook hier een procesmatige benadering behulpzaam zijn. De samenstelling en de opdracht (met de daar bijhorende bevoegdheden) van de werkgroep WE zijn nog niet bekend. Kan die werkgroep een overall regie voeren? Één startpunt is wellicht de evaluatie van de verlopen uitvoeringsagenda.

Tot slot

Tenslotte willen wij ernstig pleiten voor ambtelijke continuïteit. Dat de huidige interim-ambtenaar weer gaat vertrekken per september is nadelig voor de noodzakelijke kennis en voortgang in deze. De besparing op deze manier kan elders tot hoge kosten leiden. Wij zien uw reactie met belangstelling tegemoet.

Namens de Adviesraad Sociaal Domein Oisterwijk,

Jos de Kort, voozitter

Joost Wagenmakers, secretaris

Samenstellers:

Chris Vande Putte en Jo Caris

WSD en de zorg voor bestaanszekerheid, een goede combinatie…..

Onlangs hield de gemeente Oisterwijk een Sociale Dialoog-bijeenkomst over bestaanszekerheid in Den Domp in Haaren. Voor ASD-collega’s was dit aanleiding om een keer op bezoek te gaan bij sociaal ontwikkelbedrijf WSD in Boxtel. We spraken met Claudia de Leeuw, Directeur Innovatie en Projecten van WSD en onze wethouder Dion Dankers. Als wethouder is hij lid van het Dagelijks Bestuur. WSD staat voor “Werk Samen Doen” en deze naam past goed bij alles wat het bedrijf doet in negen gemeenten in Midden-, Noordoost- en Zuidoost-Brabant. WSD gelooft in een passende werkplek voor iedereen, zelfs als de afstand tot de arbeidsmarkt eerst nog groot is. Samen met deze negen gemeenten ontwikkelt WSD-activiteiten om zoveel mogelijk mensen naar een passende werkplek te begeleiden.

In het Dagelijks Bestuur zitten de wethouders sociale zaken van die negen aangesloten gemeenten. Het Algemeen Bestuur bestaat uit negen raadsleden uit diezelfde gemeenten en anderen bestuursleden, 18 in totaal. Het bedrijf ziet er eigenlijk uit als elk bedrijf. Dus met een managementteam en allerlei werkafdelingen.
De nadruk ligt bij WSD op het ontwikkelen van mensen naar passend werk. Deze medewerkers komen binnen via verschillende kanalen. Dat kan zijn via doorverwijzing door de gemeenten, regionale werving en aanbod van activiteiten via sociale media bij een brede groep van belangstellenden. Daarnaast benadert WSD potentiële medewerkers of WSD iets voor hen kan betekenen. Door samen te werken met gemeenten probeert WSD zoveel mogelijk mensen, die dat nodig hebben, te bereiken. Ook worden er pilotprojecten opgezet, bijvoorbeeld met het UWV om mensen te ondersteunen in het bouwen van een mooie toekomst. Bijvoorbeeld door mensen met een Wia uitkering of de zgn. NUG-gers. Dit zijn mensen zonder een uitkering (Pw of andere) die thuis zitten maar wel zouden willen werken. Voor dit soort projecten is subsidie nodig en beschikbaar en WSD maakt daar goed gebruik van. Niet alleen door mensen te helpen een plek te vinden, maar ook door doorlopend te investeren in hun ontwikkeling.

WSD is erg betrokken bij haar medewerker.”. Dat bleek wel tijdens de bijeenkomst in Den Domp eerder dit jaar. Maar ook uit een Geldkrant van WSD van eerder dit jaar. Deze is verspreid onder de medewerkers toen door de oorlog in Oekraïne de energiekosten en de prijzen van dagelijkse boodschappen de pan uit vlogen. Hierin werd begrip getoond voor de situatie van de medewerkers die in de problemen kwamen. Er werd ook een oplossing in de vorm van budgetcoaches en financiële tips geboden. Dit heeft men ook tot de dag van vandaag vol gehouden.

In Oisterwijk is WSD op diverse plekken aanwezig. Bij voorbeeld bij Loket Wegwijs of de groenvoorziening. Men heeft ook detacheringen op diverse plekken binnen de gemeente. WSD richt zich steeds op de mens en medewerker en probeert ontwikkelingen daarbij te stimuleren. Afgelopen jaar startte WSD met de pilot Inburgering in Dienstverband. Met dit drie jaar durende experiment zet WSD zich samen met de gemeenten in om ervoor te zorgen dat nog meer inburgeraars – die nu of in de toekomst hun inburgeringstraject bij WSD afronden- blijven deelnemen aan de Nederlandse samenleving.

In samenwerking met het COA en met de gemeente Oisterwijk gaat men inburgeraars als onbenut arbeidspotentieel inzetten. Hiervoor krijgt de WSD-subsidie. Werken tijdens het inburgeringsproces wordt zo gestimuleerd én ondersteund. Statushouders vanuit het AZC worden gestimuleerd allerlei werkzaamheden te doen, zoals bijvoorbeeld bij de groenvoorziening.

Sinds de veranderende wetgeving in 2015 heeft WSD hiervoor al plannen ontwikkeld en is deze samenwerking voor inburgering tot stand gekomen. Hiervoor zijn er twee routes ontwikkeld, waarbij de taalles door docenten in de praktijk wordt gegeven en er zijn taalcoaches op de werkvloer aanwezig voor ondersteuning. Dit is van belang omdat de instroom van werknemers de laatste tijd voor meer dan 50% uit anderstalige medewerkers bestaat. WSD heeft voor de inzet van mensen een bedrijvennetwerk opgebouwd over de drie arbeidsmarktregio’s waarin zij actief is en heeft daarbij via de branchevereniging Divosa aandacht voor business subsidies.

Voor de meest kwetsbare groep van medewerkers van WSD is het streven het behoud van hun werkplek in de werkvoorziening. Voor deze mensen is werken bij of via WSD het meest passend. En doordat WSD ook andere activiteiten heeft ontwikkeld, is het mogelijk als geheel in balans te zijn en nog steeds als bedrijf rendabel te blijven. De afgelopen jaren waren ook de jaarresultaten positief. Van die positieve financiële resultaten werd 25% in het personeelsfonds gestopt. Zo kon WSD de reiskostenvergoeding van medewerkers verhogen en een eindejaar bonus uitkeren. Ook zijn er af en toe cadeaubonnen beschikbaar voor goed presterende medewerkers. Het idee voor deze acties is door een van de raadsleden van het Algemeen Bestuur aangedragen.

Voor haar communicatie naar de buitenwereld is WSD inmiddels overgeschakeld naar film en video via YOUTUBE. Dit is te bekijken op hun eigen kanaal: https://www.youtube.com/@WSDGroep. Een leuke manier om een goede indruk te krijgen van wat WSD doet, voor wie en met wie!

Landelijk gezien is WSD een van de beste sociale werkbedrijven en Oisterwijk is met recht trots op de samenwerking met WSD. Gezien alle activiteiten van WSD in Oisterwijk en omgeving zal ASD graag het contact met hen blijven onderhouden en hun ontwikkelingen met aandacht volgen.

Wil je meer weten over de ASD en de adviezen die de ASD heeft uitgebracht? Kijk dan op https://asd-oisterwijk.nl

Mensen met dementie zijn vooral mensen, ook hier in Oisterwijk……

Alle mensen hebben veel rollen. We zijn ouder en/of kind, partner, grootouder, buurman/- vrouw, collega, teammaat en nog veel meer. Op het moment dat
we dement worden is er vaak nog maar één rol over: die van demente patiënt. Mensen met dementie kunnen vaak nog heel veel, zeker in de beginfase. Mensen vergeten vaak de dingen van hier en nu maar weten nog veel over vroeger. Mensen met dementie kunnen van gedrag veranderen en dat kan lastig zijn. Maar deze mensen kunnen nog veel andere dingen zoals wandelen, zingen, balspelen, lachen, naar muziek luisteren of dansen.
In heel Oisterwijk (inclusief Haaren, Moergestel en Heukelom) zijn er nu ruim 600
mensen met dementie en in 2040 zullen dat er ongeveer 1000 zijn. Eén op de drie
vrouwen en één op de zeven mannen krijgt ooit de diagnose dementie. Wanneer
alle mantelzorgers, familie en kennissen worden meegeteld, krijgt ongeveer iedereen in zijn omgeving met dementie te maken.
Hoewel er hard gewerkt wordt aan het begrijpen en behandelen van de ziekte is er
nu nog geen medicijn. Na de diagnose is er verder geen geneeskundige behandeling. Toch komen deze mensen bijna altijd ooit in de zorg terecht. Daar zijn noodgedwongen veel beperkingen vanwege de veiligheid, beperkte personele bezetting,
kosten en vooral een voor de patiënt onbekende omgeving.

Op vier plaatsen in Nederland (o.a. in Den Bosch) is een uitgebreid experiment gestart waarbij mensen met dementie in hun eigen huis thuisbleven en allerlei aandacht kregen van mensen in de omgeving. Het aantal professionele beroepskrachten werd hierbij erg beperkt en er werd een sociale situatie ingericht waarbij met mensen met dementie enige zorg blijven houden maar vooral meer alledaagse contacten en activiteiten hebben met anderen. Het gaat er hierbij
vooral om dingen te doen die nog kunnen en om zo ‘gewoon’ mogelijk te doen. Mensen met dementie kunnen erg beïnvloed worden door stemmingen en een te zorgelijke benadering werkt dan negatief. Gewoon doen en actief blijven helpt het beste.
Inmiddels wordt deze Sociale Benadering in 12 plaatsen toegepast en zijn er nog veel in voorbereiding. In Den Bosch deden 38 mensen met dementie mee aan het project. Volgens iedereen in het project leidde het project tot een verbetering van de kwaliteit van leven (onafhankelijk vastgesteld). De opname van deze patiënten in een verpleeghuis werd met gemiddeld 9 maanden vertraagd. Dat scheelde erg in de benodigde zorgmedewerkers. Na aftrek van de kosten van het project bleef er daarom een netto besparing over van 765.000 euro. Het is goedkoper en wellicht nog belangrijker het leidt tot een beter leven. Een droom die echt blijkt te zijn. De Sociale Benadering Dementie sluit aan bij andere benaderingen zoals De Dementie Vriendelijke Gemeenschap, waarbij de leefbaarheid in een buurt voor mensen met dementie, en voor mensen in het algemeen, wordt verbeterd. Het gaat hierbij om aandacht voor elkaar en activiteiten (wandelen, burenhulp etc.) met elkaar. Waar de Dementie Vriendelijke Gemeenschap gericht is op de buurt ten behoeve van kwetsbare mensen, is de Sociale Benadering gericht op kwetsbare mensen (met dementie) in relatie
tot de buurt. Wij gunnen Oisterwijkers ook zo’n Sociale Benadering.

Voor meer informatie kunt u terecht bij:

Een sociale dialoog, een goede manier om je beleid te toetsen……

Onlangs waren wij aanwezig in Den Domp op een bijeenkomst over bestaanszekerheid onder de vlag Sociale Dialoog 2023. Het was een warme avond en de bijeenkomst werd druk bezocht door een breed scala aan professionals uit het werkveld, medewerkers van de gemeente waaronder wethouder Dion Dankers en andere belangstellenden. Het was goed om te zien dat
er zoveel geïnteresseerden op dit thema af waren gekomen….

Onder de bezielende leiding van Marieke Moorman werd de avond ingeleid door Juul Willemsen van de gemeente die aan de hand van een tweetal posters het programma en werkwijze van de avond toelichtte.
Op de eerste poster wordt een duidelijke definitie van bestaanszekerheid gegeven en een opgave hoeveel inwoners van groot Oisterwijk er het afgelopen jaar gebruik van gemeentelijke voorzieningen en ondersteuning hadden gemaakt. Op de tweede poster is te zien dat er een aantal gereedschappen en instellingen hier werkzaam zijn die meerdere ‘gereedschappen’ ter beschikking hebben. Acties, als ze goed op elkaar zijn afgestemd, grijpen in elkaar als tandraderen in een mechanisch apparaat.

Hierna werden de deelnemers ingedeeld voor de werkgroep thema’s en had eenieder de kans om zijn ervaringen en mening de te delen, vragen aan elkaar te stellen en te discussiëren over de praktijkervaringen van vooral de professionals in dit werkveld. Bijvoorbeeld medewerkers en vrijwilligers vanuit Loket Wegwijs, Farent, Sociaal Huis Oisterwijk en Charitas Oisterwijk. Want vooral zij worden in hun dagelijkse praktijk geconfronteerd met de uitwerking en effecten van de regelgeving en beleidsvoornemens die door de gemeente in de afgelopen jaren zijn opgesteld.

De werkgroep thema ’s die besproken zijn waren :

  1. Bestaanszekerheid; is dat Maatwerk of zijn dat Regeltjes?
  2. Inwoners Ontzorgen of Stimuleren van financiële zelfredzaamheid?
  3. Kinderarmoede: hoe Bundelen we onze Krachten?

In de eerste werkgroep die het onderwerp ‘bestaanszekerheid en regelgeving’ als thema had, gaven de professionals aan dat het meestal uitkomt op maatwerk. Cliënten geven vaak aan met meerdere problemen te worstelen, waardoor de toepassing van slechts één regeling geen oplossing biedt. Ook werd al snel duidelijk dat cliënten vaak problemen hebben met het aanleveren van (bewijs)stukken en het snappen van bestaande regels. Maatwerk werd daarom als belangrijkste oplossing genoemd, ook bij Leijstromen. De professionals gaven aan dat de meeste sociale instellingen tegenwoordig voor hen vaste contactpersonen hebben, dat werkt prettig. Eén opmerking sprong eruit: gemeente Oisterwijk is soepel met regelgeving en er
kan veel. Dit is mede doordat de gemeente vertrouwen heeft in de hulpverleners die dat op hun beurt als positief waarderen.

De tweede werkgroep met als onderwerp ‘ontzorgen of stimuleren van financiële zelfredzaamheid’ kwam snel tot de conclusie dat men het ene niet moest laten en het ander ook gedaan moest worden. De professionals gaven aan dat in verschillende situaties er eerst moest worden ontzorgd om de stresssituatie te verminderen, om pas daarna te stimuleren tot zelfredzaamheid. Vooral schulden in gezinnen zorgen voor veel stress en schaamtegevoelens; vaak staan deze problemen niet op zichzelf en spelen er meer zaken. Het is dan goed om eerst in alle rust naar het geheel te kijken. Recente nieuwe wetgeving heeft ervoor gezorgd dat de periode van schuldsanering van 3 naar 1,5 jaar is gegaan; men is na die periode schuldenvrij. Hierbij werd wel opgemerkt dat de cliënten in die periode onder budgetbeheer staan en er veel voor over moeten hebben, waaronder beschikking over weinig leefgeld per week, blokkering van internetsites en streng toezicht. De motivatie om dit vol te houden is heel belangrijk en ook daar kunnen mensen steun bij gebruiken. Recent is vroegsignalering in Oisterwijk ingericht waarbij preventie van schulden bij o.a. woningbouw, energiemaatschappijen en zorgverzekeraars centraal staat. Hier hebben wij in een eerder artikel uitleg over gegeven. De aanwezige professionals hadden hier al positieve ervaringen
mee, snel ingrijpen als problemen zich aandienen kan enorm helpen.

In de derde werkgroep met als thema het bundelen van krachten bij kinderarmoede hoorden we van de professionals dat dit onderwerp meestal aan de orde komt bij andere trajecten, bijvoorbeeld zoals hierboven genoemd. Kinderarmoede staat namelijk nooit op zichzelf, er speelt altijd meer in het gezin. Ook dat dit onderwerp nu veelal bij Loket Wegwijs wordt aangedragen en inmiddels goed bekend is in Oisterwijk. Wel blijft een zorg: hoe bereik je op een goede manier de mensen waar het om gaat. Bestaanszekerheid staat op dit moment volop in de aandacht maar dat wil niet zeggen dat iedereen die hiermee te maken heeft er graag over praat. Een goede samenwerking met scholen en leerkrachten, maar ook met bijv. woningbouwverenigingen is van groot belang en het samen optrekken van hulpverleners bij dit onderwerp moet verder uitgebouwd worden. Als laatste werd door de professionals gepleit voor een andere manier van indienen bij het Declaratiefonds en meer ruimte voor het verstrekken van diensten in natura.
De avond werd afgesloten door wethouder Dankers die alle aanwezigen bedankte voor hun aanwezigheid en inbreng en vaststelde dat de rode draad in alle bijdragen voor de gemeente is: we doen veel hier in Oisterwijk, maar we bereiken nog niet iedereen. Het gaat vrij goed in Oisterwijk op dit terrein met de inzet van zowel de gemeente als vanuit diverse organisaties. Belangrijk blijft dat we begrip hebben voor de mensen die het betreft en ook accepteren dat
mensen uiteindelijk zelf mogen kiezen of ze geholpen willen worden en hoe, en dat sommigen dat (nog) niet willen.

Ook ASD-Oisterwijk is van mening dat er de laatste jaren vorderingen zijn gemaakt op het terrein van bestaanszekerheid, wij waren blij met de opzet en gesprekken van deze bijeenkomst en we realiseren ons dat dit onderwerp nog lange tijd op de agenda zal blijven staan.

Met medewerking van;

Een nieuw Jeugdhonk in Oisterwijk, we hebben er lang op gewacht.

Op dit moment worden er al incidentele activiteiten georganiseerd door en voor jongeren in het nieuwe jeugdhonk, daarnaast is de planning dat in september de officiële opening zal plaats vinden in Wijkcentrum de Pannenschuur in Oisterwijk. Er stond zelfs al een wervingsadvertentie voor jeugdleiding in de Nieuwsklok en hopelijk wordt die snel gevonden…. We spraken hierover de afgelopen weken met Bas de Gruijter, teamleider RNewt gemeenten Midden-Brabant, om te horen wat er zo allemaal zal gaan geburen.

R-Newt is de jeugdafdeling van ContourdeTwern en is gevestigd in diverse plaatsen in Midden-Brabant en Zuid-Holland met de hoofdvestiging in Tilburg. De medewerkers die in de kernen van Oisterwijk actief zijn worden door Bas aangestuurd. In Oisterwijk, Moergestel en Haaren zijn 5 jongerenwerkers actief. En in totaal werken er bij R-Newt zo’n 160 medewerkers; de verhouding man/vrouw is 50/50. Een gemengde groep van jongere en oudere jongerewerkers zijn actief bij R-Newt en dit sluit goed aan op de snelheid en flexibiliteit die de organisatie nastreeft. Ook bij de huidige jeugd zien we die snelheid en flexibiliteit. Tiliander is nu nog het verzamelpunt voor de medewerkers, maar vanaf begin juli wordt dat het nieuwe jeugdhonk. In Haaren is gemeenschapshuis Den Domp het verzamelpunt. Op de website van R-newt zegt de organisatie het volgende over zichzelf:

R-Newt is daar waar jongeren en kids zijn. Op straat, op scholen, in jongerencentra en online. We organiseren toffe activiteiten, ondersteunen je als je zélf een event wilt opzetten, zijn er om gewoon gezellig te kletsen en bieden een luisterend oor. We zijn een appje away en altijd present – fysiek en op social media.

En zo hebben we de organisatie ook ervaren: een actieve en gerichte jongerenorganisatie die goed bereikbaar is. De gemeente heeft voor de inrichting van het nieuwe jeugdhonk budget vrijgemaakt en samen met de netwerkpartners is R-Newt aan het werk gegaan. De partners hierin zijn Farent, ContourdeTwern, Gemeente en het Onderwijsveld. In de aanloop naar dit project heeft men elke 2 weken overleg gehad met vertegenwoordigers van Gemeente en buurtbewoners in wijkcentrum Panneschuur. In dat overleg zijn ook bezwaren bij de buurtbewoners serieus genomen en getracht deze weg te nemen.

In het nieuwe jeugdhonk, dat op dit moment volop wordt verbouwd en aangepast wordt aan de wensen, wil R-Newt een plek voor jongeren scheppen waar ze zich thuis voelen, waar ze kunnen gamen zoals ze willen, of een toernooi organiseren. Een veilige plek voor de doelgroep, jeugdigen met sport en spel tot max. 27 jaar. Het is de bedoeling om in samenwerking met scholen ook huiswerkondersteuning aan te bieden. Om de jeugdigen te bereiken gaan jongerenwerkers ze opzoeken op school, op straat en bij de verenigingen in Oisterwijk. Het plan is om de activiteiten samen met de jongeren te gaan organiseren. Met hun inzet willen jongerenwerkers de verbinding met jongeren maken, bijvoorbeeld met als doel de eenzaamheid bij jongeren ten gevolge van corona te bestrijden. Maar ook om ze te helpen bij het zoeken naar hun identiteit en juiste stappen te maken naar volwassenheid. Ook het vinden van aansluiting en beïnvloeding op jonge leeftijd zijn aspecten die aan de orde komen.

Voor de financiering van het jongerenwerk is
R-Newt geheel afhankelijk van gemeentebijdragen waarbij elk jaar de resultaten en ontwikkelingen worden geëvalueerd. De activiteiten worden actief gemonitord en geregistreerd in daarvoor beschikbare registratiesystemen. Jaarlijks wordt er een jaarrapportage en verantwoording opgesteld. Hierbij staan veerkracht en talentontwikkeling centraal. Ontwikkelingen die op dit moment zichtbaar zijn, zijn o.a. online Jongerenwerk / sociale media die extra aandacht vragen; games en beïnvloeding van jongeren en veiligheid specifiek op sociale media. Maar ook hoe jongeren bereikt worden. En ook hier in Oisterwijk spelen zaken als Ondermijning door criminaliteit, geldezel-problematiek en drugsgebruik onder jongeren alsmede drugslaboratoria.
Dit alles vraagt heel veel alertheid en inzet van de medewerkers, waarbij elke maatschappelijke ondersteuning wenselijk is. De Adviesraad Sociaal Domein is verheugd dat het jeugdhonk binnenkort van start kan gaan en hoopt dat veel Oisterwijkse jongeren zich daar thuis gaan voelen.

Metgezel in Zingeving, een heel sociale activiteit.

Recent hadden wij een gesprek met Katrine de Vries, klinisch psychologe en begeleider van de lotgenotengroepen voor rouwenden, en Hans als een van de groepsdeelnemers. Het doel van de lotgenotengroep voor rouwenden is het hulp en steun bieden aan nabestaanden, die worstelen met het verwerken van de heftige emoties en vaak ook met eenzaamheid die ontstaan is na het verlies van een dierbare. Dat kunnen partners, kinderen, naaste familie of ook hele goede vrienden zijn. Naast de groepen die een dierbare volwassene hebben verloren worden afzonderlijk lotgenotengroepen georganiseerd voor ouders die een kind verloren hebben.

In de afgelopen 11 jaar dat de organisatie reeds bestaat, zijn er zo’n 15 groepen geweest die een heel traject van rouwverwerking hebben doorlopen om het verlies van een dierbare te kunnen verweven in hun verdere leven. De deelnemers hiervan kunnen van alle leeftijden
en achtergrond zijn, komen voornamelijk uit groot Oisterwijk en de regio Midden-Brabant. De leeftijdscategorie is over het algemeen 55+.
De groepsbijeenkomsten worden gehouden volgens een thematisch draaiboek en omvatten 8 sessies met een vast onderwerp per bijeenkomst en wat huiswerk om de opvolgende bijeenkomsten voor te bereiden. De lotgenotengroepen zijn maximaal 8 deelnemers
groot, worden gehouden in het voor- en najaar en vinden plaats in de huiskamer van het Inloophuis aan de Kerkstraat 48 te Oisterwijk. De lotgenotengroepen worden door in rouw opgeleide vrijwilligers begeleid en worden financieel ondersteund door de Gemeente (is gestopt) in samenwerking met Contour de Twern.
Voorafgaand aan een groep vinden er kennismakingsgesprekken plaats om er zeker van te zijn dat de deelnemers passen in de groepssamenstelling. Ook worden daarbij soms drempels weggenomen voor mensen die ertegen opzien om zijn of haar gevoelens te delen met vreemden. Bij drempels moet men denken aan buurtgenoten die een mening over rouwverwerking hebben, sociale contacten die emotionele opmerkingen maken, maar ook het zich openstellen van zijn of haar gevoelens voor vreemden kan men moeilijk vinden. De bijeenkomsten starten en eindigen met gedichten en per bijeenkomst worden diverse thema’s uitgewerkt.

Tijdens de bijeenkomsten komen allerlei emoties los die de deelnemers hebben ervaren en dit gaat van boosheid en woede tot intens verdriet. Ook vragen veel mensen zich af hoe ze om moeten gaan met onhandige opmerkingen uit de omgeving. Een veel gebruikte methode om weer hoop te krijgen is het werken met kleuren van de regenboog, symbolen en het houden van rituelen. In de meeste groepen ontstaat er ook een groepsdynamiek en gaat men elkaar helpen om de emoties te verwerken.
Deelnemer Hans gaf aan dat hij het delen van ervaringen en het uitwisselen van de verhalen het meeste had gewaardeerd. Hierin kon hij z’n emoties kwijt en ervaarde hij waardering voor z’n openheid van de andere deelnemers. Het heeft hem rust en acceptatie gebracht. En ook dat men na afloop van de bijeenkomsten elkaar weer opzocht en er zelfs een groep is ontstaan die Veerkracht zal gaan brengen. Wat ook werd opgemerkt is dat er grote verschillen zijn hoe mensen rouwen ervaren en hoelang dat voor mensen kan duren. Vaak spelen er meer gebeurtenissen een rol en heeft een plotseling overlijden een grotere impact. Ook is het heel verschillend hoe kinderen en ouders ermee omgaan als er iemand wegvalt uit het gezin. Want rouwen is niet loslaten maar het anders leren vasthouden. Dit is een van de kernboodschappen
die men probeert over te brengen aan de deelnemers.

Enkele citaten uit evaluaties:

“Er staat geen tijd voor rouw”; “Eenieder verwerkt verdriet op zijn/haar eigen wijze“


“Ik heb vele inzichten gekregen en begrijp waarom rouwen vaak zo moeilijk is en hoe je ermee om kan en mag gaan”

“De herkenning bij elkaar geeft me hoop en vertrouwen: stapje voor stapje op weg naar mijn nieuwe ik”


De eerstvolgende groep van lotgenoten start in de herfst van dit jaar op dinsdag 14 november 2023. Tijdig aanmelden is nuttig, want veelal wordt er gewerkt met een wachtlijst.
Naast deze lotgenoten groepen voor rouwenden heeft Metgezel in zingeving nog veel meer activiteiten op het gebied van spiritualiteit waaraan men kan deelnemen.

Nieuwe leden van ASD- Oisterwijk, even voorstellen.

chris vande putte
Chris Vande Putte

In de afgelopen maanden zijn er wat veranderingen gekomen in de samenstelling van de ASD door het vertrek van een aantal leden. Dit kwam omdat een lid ging verhuizen buiten Oisterwijk en een tweetal leden aan het einde van hun zittingsduur waren en dus afscheid moesten nemen. Gelukkig hebben we na een intensieve zoektocht twee zeer geschikte nieuwe leden kunnen vinden; deze gaan we in deze publicatie aan u voorstellen.
Als eerste stellen wij u voor Chris Vande Putte. Hij gaat onze raad versterken op het gebied van Jeugd. Chris is zo’n geboren in Kortrijk (België) en getrouwd met Ludwien van Campen en vader van 2 kinderen; hij heeft drie kleinkinderen. Hij woont al zo’n 35 jaar in Oisterwijk. Na z’n studie als orthopedagoog en klinisch psycholoog werkte hij 15 jaar bij de Sterre in Hulst en daarna bij Vincentius in Udenhout als adjunct-directeur zorg. Later werd hij voorzitter van de raad van bestuur van deze instelling. Ook heeft hij vele maatschappelijke en bestuurlijke functies vervuld veelal in Midden-Brabant.
Na z’n pensionering heeft hij voor KEMA diverse GGZ- en GZ-instellingen beoordeeld en gecertificeerd op hun kwaliteitssysteem. Tot de coronatijd heeft hij een druk en actief leven gehad, dat nu een vervolg heeft gekregen door zijn aanstelling bij de ASD. Hij ervaart dit als een schot in de roos! De eerste ervaringen met het team zijn zeer positief en hij vindt het fijn in een prettige sfeer met professionals te kunnen werken.
Op dit moment is hij druk met het inlezen en inwerken in de concrete zaken van de ASD en heeft hij met z’n mentor Jo Caris z’n handen vol aan contacten met de ambtenaren van de gemeenten en de lopende acties.
Als hobby’s heeft Chris lezen en buiten zijn in de natuur, waar hij veel tijd doorbrengt met wandelen.

jan sinot
Jan Sinot

Een tweede nieuw lid van de ASD is Jan Sinot. Hij gaat het team versterken op het gebied van de WMO. Ook op dit terrein zijn er heel wat ontwikkelingen en zijn we dus blij met de versterking van ons team. Jan is geboren in Groningen en groeide op in Zaandam. Zijn schooltijd bracht hij o.a. in Tilburg, Berkel-Enschot en Oisterwijk door. Dit kwam door de vele verhuizingen van z’n ouders. Hij heeft enkele jaren op Durendael gezeten, waar hij actief was in
leerlingenparlement en voor de schoolkrant. En vakantiewerk deed hij bij Wonderland. Jan woont in Haaren en is getrouwd met Anita, SEH-arts. Hij heeft 5 kinderen uit een tweetal relaties. Na de middelbare school heeft Jan HBO-Verpleegkunde gestudeerd en daarna nog een aantal post-HBO opleidingen gevolgd. Z’n carrière heeft hij vervolgd, na o.a. werkzaam te zijn geweest binnen de GGZ in de curatieve zorg, in het management van gezondheidszorg instellingen, o.a. bij de GGZ MiddenBrabant.
Na 2010 besloot hij zich volledig te gaan wijden aan de opvoeding en huishouding van z’n gezin en is hij met vervroegd pensioen huisman geworden.
Jan heeft veel bestuurlijke en maatschappelijke nevenfuncties vervuld, o.a. in het zaalvoetbal als nationaal en internationaal scheidsrechter. Maar ook als lid van de raad van toezicht van Buitenhof in Tilburg en als lid van de medezeggenschapsraad van de OBS de Hasselbraam in Haaren en het regiobestuur van Alzheimer Nederland.
Jan heeft een groot aantal hobby’s, o.a. koken en wijnkeuren, kamperen en tennis.
Hij heeft zich bij de ASD gemeld om mee te helpen de vele drempels die de sociale sector kent proberen te slechten en de werkwijze daarbinnen begrijpelijk en toegankelijk te maken. Vooral voor de inwoners van Haaren waar hij veel mensen persoonlijk kent. Over zijn eerste kennismaking met de ASD noemt hij de prettige omgeving en de kennismaking met leuke mensen. Hij ervaart veel energie en enthousiasme in de omgang met de nieuwe collega’s.
Wij verwachten dat met de uitbreiding met deze twee nieuwe, enthousiaste collega’s de inzet en effectiviteit van de ASD toeneemt en de advieskracht van de
ASD wordt versterkt.

Mobiliteit in Oisterwijk, met ParelCabs ben je op de goede weg.

ParelCabs is een initiatief in Oisterwijk van de Stichting Verbindend Vervoer. Deze vervoersdienst biedt kwetsbare mensen de mogelijkheid deel te blijven uitmaken van de samenleving en voorkomt ook eenzaamheid. Met speciale elektrische auto’s vormen chauffeur-vrijwilligers voor de hele gemeente Oisterwijk een vervoersnetwerk voor mensen die daarvoor in aanmerking komen. Het gaat hierbij om inwoners in de WMO met een regiopas of 80-jarigen die een SVVO-pas ( Stichting Verbindend Vervoer Oisterwijk ) hebben. Een SVVO-pas is aan te vragen bij Loket
Wegwijs
in cultuurcentrum Tiliander of per telefoon op (013) 30 30 440
De blauwwitte wagens rijden dagelijks binnen de gemeentegrenzen van Oisterwijk, dus door Oisterwijk, Moergestel, Haaren of Heukelom op weg naar dagbesteding, fysiotherapie of gewoon voor een boodschap of familiebezoek. Met hun dienstverlening garanderen zij de zo gewenste mobiliteit voor deze kwetsbare groep. Want wie onderweg is, blijft actief en houdt contacten en voorkomt eenzaamheid

Vooral in het sociale domein in Nederland is de laatste jaren erg veel veranderd en in een rap tempo. De drie transities AWBZ-WMO, Jeugdwet, Participatiewet en de Nieuwe Zorgwet zijn daarvan de zichtbare uitingen. Zij hebben veel overhoop gehaald en vragen veelal om een geheel nieuwe oriëntatie, zowel bij de gemeente als de inwoners. Kwetsbare mensen zijn steeds meer aangewezen op hun eigen kracht, op hun kwaliteiten en persoonlijke netwerk om hun welbevinden te kunnen handhaven en te verbeteren. Dit verschijnsel wordt vaak ‘weggezet’ als zelfredzaamheid en wordt vanuit de centrale en gemeentelijke overheid gestimuleerd. Waar de gemeente Oisterwijk dit principe van zelfredzaamheid als onderdeel van hun beleid in concrete situaties hanteert, is dit voor de betrokken inwoner van Oisterwijk echter niet altijd zo vanzelfsprekend en zijn de sociale gevolgen soms groot.
Inwoners van Oisterwijk zijn steeds meer aangewezen op hun eigen mogelijkheden en op hun persoonlijk netwerk om deel te kunnen blijven nemen aan de samenleving en eenzaamheid te voorkomen. Gemeenten hanteren het principe van zelfredzaamheid als onderdeel van hun beleid. Echter, voor de betrokken inwoner is dit niet altijd zo vanzelfsprekend. Het
is voor hen vaak niet eenvoudig zich vrij en zelfstandig te verplaatsen. Eenzaamheid ligt dan op de loer en het blijven deelnemen aan de Oisterwijkse samenleving wordt bemoeilijkt. Zonder vervoersmogelijkheden wordt de wereld van kwetsbare inwoners klein en is het eigen huis vaak de grens van het contact met anderen.

Wie gebruik wil maken van de ParelCabs belt met taxibedrijf Korthout op 0800-4002020 en geeft aan wanneer men vervoerd wil worden, wat de bestemming is en hoe laat men opgehaald en weer teruggebracht wil worden en of men gebruik maakt van een rollator. De ParelCabs rijden van maandag t/m vrijdag van 08:45 tot 17:45 uur. De eigen bijdrage is € 1,50 per zone, waarbij elke rit binnen één deelgemeente één zone is. Men kan contant betalen of met behulp van een 10-zonekaart die bij de chauffeur te koop is.
Het werkterrein van de ParelCabs is groot Oisterwijk, ze kunnen dus geen ritten verzorgen buiten de gemeentegrenzen. Dus een rit naar bijvoorbeeld het ETZziekenhuis in Tilburg is helaas niet mogelijk.

De stichting rijdt met twee elektrische auto’s die tezamen zo’n 5.000 ritten per jaar verzorgen. Bij zo’n 15% gaat dit om ritten tussen de deelgemeenten Heukelom, Haaren of Moergestel.
Gedurende de nacht staan de auto’s geparkeerd en te laden bij De Huurhal aan de Luxemburgstraat waar eigenaar Jorg Robben belangeloos parkeer- en laadplaatsen beschikbaar heeft gesteld.
Natuurlijk worden er altijd vrijwilligers als chauffeur gevraagd en met name vraagt men dames om zich aan te melden. Men rijdt over het algemeen één dagdeel in de twee weken waardoor dit vrijwilligerswerk geen zware belasting vormt. Heb je interesse, stuur dan een berichtje naar info@verbindendvervoer.nl
Ook ASD leden zetten zich in voor dit vrijwilligers initiatief en wij kunnen dit van harte aanbevelen.

Voor meer informatie over Parelcabs kijk dan op www.verbindendvervoer.nl


Wil je meer weten over de ASD en de adviezen die de ASD heeft uitgebracht? Kijk dan op www.asd-oisterwijk.nl

Inburgering in Oisterwijk, goed bezig, maar nog een hele weg te gaan

Regelmatig spreken leden van de ASD met een aantal inburgeraars in een zogeheten klankbordgroep. Dit overleg is nodig om te horen hoe proces van inburgering in de praktijk verloopt en tegen welke vragen de inburgeraars in de praktijk aanlopen. Maar ook om samen na te denken over hoe dingen de weg naar hun inburgering kunnen verkorten en verbeteren. Het is niet de bedoeling dat wij als ASD de (individuele) problemen oplossen, maar wel dat wij goed weten wat er speelt rond de inburgering, zodat wij desgewenst het college hierover (ongevraagd) kunnen adviseren. De ASD heeft immers een onafhankelijke positie als het gaat om advisering over vraagstukken binnen het sociale domein. Het is voor ons uiterst belangrijk om ons oor goed te luisteren te leggen bij wat er speelt in onze samenleving.
Waarom nu dit onderwerp deze keer? Directe aanleiding voor dit onderwerp is het afsluiten van de Pilot Regioplaatsing AZC Oisterwijk. Deze pilot werd recentelijk afgerond in aanwezigheid van Staatssecretaris Eric van der Burg.
In ons recente overleg met de klankbordgroep spraken we met een aantal inburgeraars, statushouders uit Afrika en het Midden-Oosten. Dit gesprek vond
plaats in een ongedwongen en open sfeer, waarbij alle deelnemers het gevoel hadden alles kwijt te kunnen wat ze wilden vertellen.

Allen hadden volgens de nieuwe wet inburgering hun inburgeringstraject inmiddels doorlopen. De inburgeraars in de klankbordgroep waren hoog opgeleid en wilden vooruit. En ze zien er naar uit met hun gezin op te gaan in de Nederlandse samenleving. Maar dat dat nog best een opgave is hebben zij aan den lijve ondervonden. Met name het deelnemen aan activiteiten van het dagelijks leven daar waar men woont is erg moeilijk. Ook het vinden van werk bleek een drempel. Gelukkig hadden de meesten inmiddels een woning en volgde men taalonderwijs om het Nederlands nog beter machtig te worden. Hierbij is het Refugee Team door de gemeente aangewezen om nieuwe inburgeraars te begeleiden in hun zoektocht een plaats te verwerven in de Oisterwijkse samenleving. Naast het volgen van de taallessen kan er weer geïnvesteerd worden in de begeleiding van deze nieuwe Nederlanders. Het Refugee Team ontvangt de deelnemers in groepjes van 15 personen; ze zijn allen afkomstig uit de opvang in de regio Hart van Brabant. De eerste 10 weken volgen de groepjes workshops en leggen bezoeken af aan bedrijven en andere plaatsen ter oriëntatie op onze samenleving. In deze periode leren de mensen zichzelf beter kennen. Wie ben ik, wat kan ik en waar zou ik willen werken. In dezelfde tijd start ook het taalonderwijs. Na 10 weken wordt per persoon een Persoonlijk Integratie Plan (PIP) opgesteld samen met de caseregisseur van de gemeente. Er volgt dan een periode van 16 weken waarin men diverse modules volgt, zoals o.a. zelfredzaamheid. Ook kan men ingezet worden als vrijwilliger bij evenementen.

Hiermee leert men zowel de taal beter kennen als de samenleving. De nieuwe Nederlanders kunnen werk zoeken, andere bezigheden maar vooral ook hun gekozen taalroute tot een goed einde brengen. Er blijft een lichte vorm van ondersteuning beschikbaar voor ca 2 jaar.
De maatschappelijke begeleiding is van groot belang voor een goede en sociale inburgering; door opleiding en verschil in achtergrond met Nederland, hebben de meeste inburgeraars een grote achterstand te overbruggen. Uit de gesprekken met de inburgeraars hebben wij de indruk overgehouden dat er aan de begeleiding door de gemeente nog wel op enkele punten kan worden verbeterd, met name:

  • Houdt rekening met de oorspronkelijke opleiding van een statushouder en zorg dat hij of zij met de kennis van het Nederlands een baan op dat niveau
    vindt;
  • Stimuleer het als iemand een ander beroep wil gaan uitoefenen, bij voorbeeld om eerst een hoger niveau Nederlands te
    leren om zo mogelijk weer terug te komen in het oude beroep;
  • Zorg dat de afdeling economische zaken betrokken wordt in het inburgeringsproces zodat in samenwerking met ondernemers stageplaatsen beschikbaar komen;
  • Ga actief in overleg met ondernemers om stage- en arbeidsplaatsen te vinden voor de inburgeraars.

Met een meer proactieve houding is er een wereld te winnen voor deze nieuwe Nederlanders, de ASD wil hier graag een steentje aan bijdragen.
Wil je meer weten over de ASD en de adviezen die de ASD heeft uitgebracht?
Kijk dan op www.asd-oisterwijk.nl

Met medewerking van;