Advies naar aanleiding van Rekenkameronderzoek “Armoede en ongelijkheid in de gemeente Oisterwijk” en de bestuurlijke reactie hier op

Geacht College,
Hierbij ontvangt u vanuit de Adviesraad Sociaal Domein het advies naar aanleiding van Rekenkameronderzoek
“Armoede en ongelijkheid in de gemeente Oisterwijk” en de bestuurlijke reactie hier op.
Inleiding
Eind 2024 leverde de rekenkamer de Nota van bevindingen betreffende het DoeMee-onderzoek “Armoede en ongelijkheid in de gemeente Oisterwijk” op. De rekenkamer deed meerdere aanbevelingen aan het college. Eén daarvan betreft het ontwikkelen van een werkwijze specifiek gericht op inwoners die nu lastig worden bereikt. Op dit aspect wordt in dit advies nader ingegaan. Het is voor de gemeente en de sociale partners lastig om alle inwoners van de gemeente die worden geconfronteerd met de gevolgen van armoede te bereiken. Dit ondanks de nodige inspanningen op dit vlak. De gemeente wil laagdrempelig zijn voor inwoners met een hulpvraag en stelt zich bereikbaar op voor mensen die de weg naar de gemeente op eigen kracht vinden. Hier ligt een vacuüm op de loer. Om verschillende redenen weten inwoners de gemeente niet te bereiken of zijn zij zich om verschillende redenen niet of onvoldoende bewust van hun situatie en een eventueel daarmee gepaard gaande hulpvraag.
Laaggeletterdheid, anderstalig zijn, vereenzaamd zijn en last but not least schroom en schaamte zijn maar enkele oorzaken hiervan. De gemeente pakt hulpvragen die binnen komen
zelf op of verwijst door naar partners.
Net als alle andere gemeenten ontvangt de gemeente bericht bij betalingsachterstanden van inwoners bij enkele zorgverzekeraars, sociale woningbouwbedrijven en energiebedrijven. Hier wordt opvolging aan gegeven in de vorm van het aanbieden van hulp. Voor zover bekend zijn er binnen de gemeente Oisterwijk geen proactieve initiatieven die zijn gericht op inwoners die wellicht hulp behoeven, maar geen hulpvraag stellen.

Hulpvraag en hulp zonder vraag
De gemeente staat goed open voor inwoners die een hulpvraag op het gebied van hun bestaanszekerheid
hebben en steunt maatschappelijke partners die zich in dit veld bewegen. Voorbeelden hiervan zijn de Stichting Sociaal Huis Oisterwijk en Stichting Leergeld. Dat is een conclusie die kan worden gebaseerd op de bevindingen van de rekenkamer. Daarnaast deed de rekenkamer de aanbeveling aan het college tot het ontwikkelen van een werkwijze specifiek gericht op inwoners die nu lastig worden bereikt. Deze groep is breder dan menigeen zou vermoeden 1 en ook groeiende. Veel werkenden maken geen optimaal gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen. Men kent ze niet, heeft schaamte of schroom bij
aanvragen of vrees voor mogelijke terugbetalingsverplichting. In 2024 steeg de energiearmoede fors door het stopzetten van steunmaatregelen, na jarenlange stijgingen van de energieprijzen.
De sterk stijgende huurprijzen zetten ook druk op de bestaanszekerheid van velen. Gezinnen die wel hun zorgpremie, woninghuur en energierekening blijven betalen, maar
bezuinigen op voedsel, kleding, opleiding van kinderen en dergelijke kunnen lang of altijd buiten beeld van de gemeente blijven, terwijl wordt geleden onder een chronisch tekort aan
middelen die nodig zijn een acceptabel bestaansniveau. Het behoeft geen nader betoog dat een tekort aan middelen van bestaan directe invloed heeft op de ongelijkheid tussen de inwoners van Oisterwijk.

Suggesties voor verbetering
Vrij recent beweegt de gemeente zich richting een meer wijk- of dorpsgerichte aanpak. Het is bekend dat Contour de Twern voor de gemeente werkt aan het actief aanbieden van hulp
laagdrempelig en dichtbij in de wijk. Dit is een belangrijke stap vooruit. Het vragen van hulp wordt wellicht hierdoor makkelijker. De adviesraad is van mening dat hier een actievere rol van de gemeente kan en mag worden verwacht. Het actief in beeld gaan krijgen van mensen en gezinnen die lijden onder armoede. Dit vergt een andere aanpak dan het laagdrempeliger worden voor mensen die met een hulpvraag naar buiten komen.

In de bestuurlijke nota waarin het onderzoek van de rekenkamer wordt gerapporteerd staan diverse voorbeelden van gemeenten die hulpvragen niet afwachten. De gemeente Venray maakt bijvoorbeeld in haar beleidskader “Aanpak van Armoede en Schulden 2024-2027” een directe link tussen het ondersteunen van inwoners met financiële problemen en het begeleiden
naar duurzaam werk, een passende opleiding of een andere duurzame oplossing. Een oplossingsgerichte op preventie gerichte aanpak. In Assen heeft de gemeente als oplossing
voor het samenbrengen van veel maatschappelijke partners een regisseur armoede aangesteld. Dit zijn slechts enkele voorbeelden. Tijdens het onderzoek van de rekenkamer blijken
er meerdere beperkende factoren te zijn die de flexibiliteit voor het doen van aanpassingen voor de gemeente beperken.
____________________________________________________________
(1) Rapport Verborgen armoede op de werkvloer (NIBUD 2022)

Het regionaal geregeld zijn van een aantal thema’s op gebied
van armoede wordt als voorbeeld genoemd. Er zijn geen op het beslechten van deze beperkende factoren gerichte initiatieven binnen de gemeente Oisterwijk bekend. Een regisseur
armoede zou in Oisterwijk het nodige in kunnen betekenen.

Uit de Nota Bestaanszekerheid blijkt dat zowel inwoners als maatschappelijke partners aangeven dat er veel verborgen armoede is in Oisterwijk. Dit is niet met data onderbouwd, maar
wel een duidelijk signaal dat kansen voor verbetering zeer gewenst zijn. Het signaal staat niet op zichzelf. In juni 2025 kondigde het kabinet het Nationaal Programma Armoede en
Schulden aan, waarin ook expliciet aandacht wordt gevestigd op werkenden die onder de armoedegrens leven. Anna Custers, sinds april 2022 lector Armoede Interventies aan de Hogeschool
van Amsterdam, wijst er op dat het besef dat armoede iedereen kan raken doordrong na de recente energiecrisis die grote delen van de bevolking hard raakte. Zij benadrukt ook dat de impact van armoede op kinderen enorm is (2).

De adviesraad nodigt de gemeente uit tot het ontwikkelen van beleid en het nemen van daarop volgende initiatieven die zijn gericht op het bereiken van inwoners, uitkeringsgerechtigden,
werkenden en ondernemers, die lijden onder de gevolgen van armoede en nu lastig worden bereikt. Er is al veel nagedacht en geschreven over het bereiken van inwoners die in stilte lijden onder armoede. Meerdere gemeenten zetten al stappen die binnen de scope van deze uitnodiging liggen (3), ook dichtbij; Esmah Lahlah, ex-wethouder van de gemeente Tilburg en huidig
lid van de Tweede Kamer is een boegbeeld voor de bestrijding van armoede.

Namens de Adviesraad Sociaal Domein Oisterwijk,

Samenstellers:
Jos de Kort, voorzitter Chris Vandeputte
Hans Pijnenburg, secretaris Hans Pijnenburg


_____________________________________________________________
(2) Openhartig 6-2022 Jeugdbescherming. Anna Custers strijdt tegen armoede in Amsterdam
(3) Hoe gemeenten ‘verborgen armen’ kunnen bereiken. Binnenlands Bestuur 01-05-2025

Vluchtelingenwerk in Oisterwijk, een hele uitdaging…

Statushouders zijn asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen. Dat brengt voor hen rechten met zich mee, bijvoorbeeld op woonruimte, maar ook een inburgeringsplicht. Want het is de bedoeling dat zij volwaardig gaan meedoen in de Nederlandse samenleving. Dat lukt niet zonder intensieve en deskundige hulp. In de gemeente Oisterwijk speelt het Sociaal Maatschappelijke Team van Vluchtelingenwerk Nederland een belangrijke rol. De Adviesraad Sociaal Domein heeft het team opgezocht om te horen hoe…

Wij zijn zeer gastvrij ontvangen door Farah en Akram, de twee vaste medewerkers van het team, dat daarnaast 26 enthousiaste vrijwilligers kent.
Het vinden van woonruimte in de gemeente is moeilijk. Dat geldt ook voor statushouders. Zij staan lang op de wachtlijst en houden daarmee plekken bezet in het Asielcentrum, dat daardoor volloopt. Statushouders aan wie woonruimte is toegewezen (zo’n vijftig per jaar) staan voor een grote opgave. Op dat moment kunnen ze meestal nog nauwelijks Nederlands spreken, lezen en schrijven. Ze hebben ook nog geen sociaal netwerk dat hen kan helpen. Tegelijkertijd moeten ze veel in korte tijd regelen: contracten met de verhuurder, energieleveranciers en telefoon provider, zorgverzekering, huisarts, de inrichting van de woning etc. Het is ook belangrijk dat de statushouders goed contacten ontwikkelen met buren en overige wijkbewoners. Zo wordt voorkomen dat wederzijds verkeerde beelden en verwachtingen ontstaan.
Voor ondersteuning kunnen ze een beroep doen op het team, dat hen bij deze praktische zaken helpt waar dat nodig is. In deze fase lopen statushouders het risico schulden op te bouwen. Het team overlegt dan met de gemeente, die goed meedenkt en maatwerk wil en kan leveren.


De maatschappelijke ondersteuning van het team duurt één jaar, in de vorm van drie maanden coaching en negen maanden begeleiding. Het gaat meestal om hulp bij praktische zaken en integratie in de wijk. Ook na dit jaar kunnen statushouders voor hulp bij het team aankloppen. Waar nodig wordt samengewerkt met het Loket Wegwijs. De resultaten van de ondersteuning zijn goed, maar hangen ook van af het eigen initiatief en motivatie van de statushouder. Statushouders die al langer in Nederland wonen en werken dienen graag als voorbeeld en rolmodel voor diegenen die na hen komen.
Statushouders worden verplicht een taalcursus te volgen. Farah en Akram leggen uit dat de resultaten daarvan tegenvallen. Lang niet alle statushouders maken alle examens op tijd en de slagingspercentages zijn laag. Dat komt niet doordat de opleidingsinstituten hun werk niet doen of statushouders niet hun best doen. Wat niet helpt is dat de resultaten van de taalcursussen tegenvallen. Dit mede door het beperkte aantal lesuren dat wordt aangeboden: twee uur per week is echt te weinig. Landen die meer lesuren aanbieden – zoals Duitsland doet – doen het veel beter.
Aan het eind van het gesprek complimenteren de leden van de ASD het team met de betrokken en professionele werkwijze en behandeling.
Het Sociaal Maatschappelijke Team van Vluchtelingenwerk heeft een wekelijks inloopspreekuur op dinsdag voor hulpverlening, waarbij men 2 dagen in Oisterwijk bereikbaar is en 2 dagen in Haaren. Ook is er veelvuldig overleg met de medewerkers van Wegwijs.